Heb je mijn 10 tips over sportfotografie gelezen? Is het je opgevallen dat ik niets heb geschreven over apparatuur? Ik ben namelijk van mening dat het maken van mooie foto’s niet van de apparatuur afhangt. Mooie foto’s worden door fotografen gemaakt, de camera is een hulpmiddel.
Sportfotografie kenmerkt zich door snelle sluitertijden om acties te bevriezen. En om dit te realiseren in slechte omstandigheden, waar weinig licht is, vergt het wel wat van je apparatuur. En denk nu niet dat alleen de oude sporthallen slecht verlicht zijn, ook de moderne sporthallen of stadions met die grote lichtmasten. Die omstandigheden bedoel ik dus. En om dan toch mooi belichte foto’s te maken heb je iets betere apparatuur nodig.
Kijk voor goede en betaalbare apparatuur eens bij onze partner camera tweedehands. Hier kunt u goede tweedehands apparatuur kopen met garantie. Alles wat zij verkopen is vakkundig gecontroleerd.
Ik kan beginnen te vertellen dat je de duurste lens moet aanschaffen, maar als dat zo zou zijn, zouden weinige met sportfotografie begonnen zijn. Maar toch moet je hier wel een investering doen. De meest gebruikte lens in sporthallen is de 70-200 f2.8. En dit is niet voor niets.
Het diafragma van f2.8 is toch het minimum voor deze omstandigheden. Als je een lens hebt met een maximaal diafragma van f4, scheelt dit de helft van de hoeveelheid aan licht dat je camera binnenkomt. Een lens met een nog groter diafragma dan f2.8 is natuurlijk altijd welkom, al zijn dit vaak 85mm of nog kortere lenzen. Het bereik van deze lenzen is vaak te kort om actiefoto’s te maken maar ze zijn uitermate geschikt voor overzichtsfoto’s of andere foto’s waar je dicht bij je onderwerp kunt komen.
Je kunt een goede tweedehands lens aanschaffen. Als je lenzen goed behandeld gaan ze erg lang mee. Kijk goed of er geen krassen op het glaswerk zitten en de zoomring nog soepel loopt. Beeldstabilisatie (IS of VR) is niet noodzakelijk omdat de sluitertijden voor sport snel genoeg zijn om geen last te hebben van trillingen, natuurlijk is het wel lekker als het erop zit.
Deze komt op de tweede plaats, letterlijk en figuurlijk. Wat is belangrijk voor een camera in deze omstandigheden? Niet het aantal pixels of de burstrate. Nee, het belangrijkste is de kwaliteit van de foto’s op hoge ISO waardes. In een minder slecht verlichte hal of stadion moet er al gauw op ISO 1600 – 2000 gefotografeerd worden, maar over het algemeen zijn ISO waardes van 3200 of meer gangbaar. Soms moet de camera zelfs naar ISO 4000 of hoger.
Over het algemeen kunnen we stellen dat full frame camera’s betere resultaten leveren dan crop camera’s. Ook camera’s met een lager aantal pixels presteren beter omdat de diodes groter zijn. Elke diode op een sensor staat voor 1 pixel. Als we meer diodes op een sensor willen dan zullen de diodes kleiner gemaakt moeten worden. Al moet wel gezegd worden dat sensoren steeds beter worden en steeds betere resultaten leveren bij weinig licht.
Het is ook belangrijk om een camera met een goed autofocus systeem te hebben. Vooral in situaties als deze is het lastig voor een camera om snel en accuraat scherp te stellen. Hoe meer licht, hoe beter een camera kan focussen. De autofocus sensor is een aparte sensor waar de ISO waarde geen effect op heeft.
Ok, we hebben de juiste apparatuur, maar hoe stellen we deze dan in? We beginnen met de camera op handmatige (M stand) te zetten. De lichtomstandigheden mogen dan matig tot slecht zijn, ze zullen ook niet beter worden tijdens de wedstrijd dus kunnen we de camera het beste handmatig instellen.
Vervolgens kiezen we het grootste diafragma wat de lens aankan. We hebben geïnvesteerd en kunnen gelukkig kiezen voor een diafragma van f2.8 (of groter). Dan kiezen we de gewenste sluitertijd. Voor sport zit dit tussen de 1/800ste en 1/1250. Ik fotografeer binnen altijd op 1/800ste. Hiermee kan ik de meeste acties bevriezen. Soms zie ik nog wat beweging in de bal of handen- en voeten. Hier kan ik goed mee leven, als het gezicht maar goed scherp is.
Om nu de juiste belichting te krijgen moeten we de ISO waarde ophogen. Ook hier hebben we nu voordeel van onze investering. Met een goede camera kunnen we gerust naar ISO 3200 of hoger. Nu nog even de witbalans en we zijn er klaar voor.
Ik heb lang standaard 1 stop onderbelicht tijdens zaalwedstrijden. De theorie hierachter was dat ik dan toch een lagere ISO waarde kon gebruiken en dat ik die belichting in de nabewerking wel kon aanpassen. Deze theorie was eigenlijk een aanname en niet echt wetenschappelijk onderbouwd. Dus ben ik dit eens verder gaan onderzoeken.
Nu wordt het allemaal een beetje technisch. Dus als je hier geen zin of interesse voor hebt, neem dan van mij aan dat het altijd beter is om je camera juist in te stellen. Dus kies voor die hogere ISO waarde voor de juiste belichting, dit levert minder ruis op dan in de nabewerking de belichting met één stop te verhogen!
Nou hier gaan we! Het is algemeen bekend dat ruis ontstaat naarmate de ISO waarde toeneemt. Maar waar komt dit vandaan?
Ruis heeft drie oorzaken waarvan we in onze situatie, sport met weinig licht, er van ‘maar’ twee last hebben. Ruis ontstaat namelijk ook als de sensor warm wordt bij lange sluitertijden (sluitertijden van 20 minuten of langer bijvoorbeeld). Daar hebben we nu geen last van. De twee oorzaken waar we wel last van hebben is de ‘lees ruis’ en de ‘belichtingsruis’.
De belichtingsruis komt omdat licht fotonen willekeurig de sensor bereiken. Dit is niet op elke diode gelijk en hierdoor ontstaan verschillen. Hoe minder licht, hoe groter de verschillen. Dit fenomeen treed op, ongeacht welke ISO waarde we hebben. Dus in elke foto, ook op ISO 25.
De lees ruis treed op tijdens het omzetten van het analoge signaal van de sensor naar het digitale signaal wat naar de processor wordt gestuurd. WAT, we hebben toch een digitale camera! Ja, maar het signaal van de sensor is analoog en wordt door de ADC (Analog-to-digital converter) omgezet naar een digitaal signaal. Ook hier treden kleine fouten op, wat ruis veroorzaakt.
Duidelijk waar ruis vandaan komt? Maar waarom zien we dan meer ruis bij hogere ISO waardes?
We moeten dan gaan kijken wat er gebeurt als we de ISO waarde van de camera verhogen. Over het algemeen wordt verondersteld dat we de lichtgevoeligheid van de sensor verhogen, maar dit is technisch niet mogelijk. De diodes op een sensor hebben een vaste lichtgevoeligheid en deze kunnen we niet aanpassen. Nee wat we eigenlijk doen is het analoge signaal wat van de sensor komt versterken. Dus we zetten het geluid van de sensor gewoon wat harder zodat we een sterker signaal hebben voordat we deze door de ADC omzetten naar een digitaal signaal.
Dit betekent dat we ook de vaak onzichtbare ruis gaan versterken waardoor het zichtbaar wordt. Hoe meer we het signaal versterken, hoe meer we de ruis gaan zien in de foto.
Nu kunnen we ook verklaren waarom we beter met een hoge ISO waarde kunnen fotograferen en niet de belichting moeten aanpassen tijdens de nabewerking.
Als we namelijk de ISO waarde verhogen, wordt het analoge signaal versterkt. Hierdoor wordt ook de belichtingsruis versterkt maar niet de lees ruis. Zoals ik al aangaf komt de lees ruis van het omzetten van het analoge signaal naar een digitaal signaal. Bij een hogere ISO waarde wordt het analoge signaal versterkt, nog voor de omzetting van het signaal.
Als we de belichting in de nabewerking verhogen, versterken we zowel de belichtingsruis alsook de lees ruis. Hierdoor zal een onderbelichte foto, die we in de nabewerking aanpassen meer ruis bevatten dan een goed belichte foto met een hogere ISO waarde.
Ik hoop dat het een niet al te saai verhaal was. Maar in het kort komt het erop neer dat we voor het fotograferen in slecht verlichte locaties betere apparatuur moeten hebben dan wanneer we buiten in het zonnetje fotograferen. Als we dan op locatie zijn zetten we de camera op de M stand, kiezen het groots mogelijke diafragma, een sluitertijd van minimaal 1/800ste en stellen de ISO waarde zo in dat we een goed belichte foto hebben. En daarna maken we de mooiste en spannendste actie foto’s. Maar dat laatste ligt dus aan diegene die de camera hanteert, de fotograaf.